Vertaal
Naar andere talen: • cambrioler > DEcambrioler > ENcambrioler > ES
Vertalingen cambrioler FR>NL
[kɑ̃bʀijɔle]

1 entrer quelque part pour voler - inbreken in/bij

  'cambrioler une maison'
  in een huis inbreken

  'Ils se sont fait cambrioler.'
  Er is bij hen ingebroken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
cambrioler (ww.) beroven (ww.) ; bestelen (ww.) ; binnen breken (ww.) ; binnenbreken (ww.) ; een inbraak doen (ww.) ; inbreken (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `cambrioler`
Voorbeeldzinnen laden....