Vertalingen bâiller FR>NL
[bɑje]1 ouvrir grand la bouche à cause du sommeil - gapen2 être mal fermé - (half) openstaan
'fenêtre qui bâille'
raam dat half openstaat© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bâiller (ww.) | gapen (ww.) ; geeuwen (ww.) |
bâiller | gapen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bâiller`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: vous me la baillez belle
NL: je maakt me wat wijs!