Vertaal
Naar andere talen: • bouger > DEbouger > ENbouger > ES
Vertalingen bouger FR>NL
[buʒe]

1 faire un mouvement, se déplacer - bewegen

  'Cesse de bouger !'
  Houd op met bewegen!
[buʒe]


1 déplacer - verplaatsen

  'bouger le bras'
  zijn arm verplaatsen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bouger (ww.) agiteren (ww.) ; beroeren (ww.) ; bewegen (ww.) ; in beroering brengen (ww.) ; in beweging brengen (ww.) ; loshangen (ww.) ; loszitten (ww.) ; manoeuvreren (ww.) ; marcheren (ww.) ; omroeren (ww.) ; oppoken (ww.) ; opstoken (ww.) ; roeren (ww.) ; verroeren (ww.) ; zich bewegen (ww.) ; zich verplaatsen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bouger`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: remuer