Vertaal
Naar andere talen: • bord > DEbord > ENbord > ES
Vertalingen bord FR>NL
[bɔʀ]

1 rand

  'le bord de mer' de kust

  'le bord d'un chapeau' de rand van een hoed

  'au bord de la route' aan de kant van de weg


2   à bord d'un bateau/d'un avion/d'une voiture
à l'intérieur d'un bateau/d'un avion/d'une voiture - aan boord van een boot/van een vliegtuig/van een auto

  'monter à bord d'un bateau'
  aan boord van een schip gaan


3   être au bord des larmes
être sur le point de pleurer - bijna gaan huilen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bord (m) kust ; de zijkant (m) ; zijde van een schip (znw.) ; de zijde ; steile rand ; de rivieroever (m) ; rivierkant (znw.) ; de richel ; de rand (m) ; het passement ; oplegsel (znw.) ; de omzoming (v) ; de oever (m) ; de kim ; de kant (m) ; de horizon (m) ; de gezichtseinder (m) ; de galon (m) ; de flank ; de einder (m) ; het boordsel
le bordde boord
bord crista ; smalle opstaande kant ; rand
Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bord`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: arête
FR: banlieue
FR: berge
FR: bordure
FR: cadre
FR: carnèle
FR: clôture
FR: contour
FR: côte
FR: extrémité

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: avoir qc. sur le bord des lèvres NL: iets op de lippen hebben
FR: à  pleins bords NL: overvloedig
FR: virer de bord NL: het over een andere boeg gooien
FR: être au bord de NL: bijna
FR: être au bord des larmes NL: bijna gaan huilen
FR: par-dessus bord NL: overboord
FR: livre de bord NL: scheepsjournaal
FR: être du bord de quelqu'un. NL: op iemands hand zijn