Vertaal
Naar andere talen: • bondir > DEbondir > ENbondir > ES
Vertalingen bondir FR>NL
[bɔ̃diʀ]

1 sauter - (op)springen

  'bondir sur ··· '
  iemand bespringen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bondir (ww.) een sprongetje maken (ww.) ; huppen (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; opspringen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opstuiven (ww.) ; opvliegen (ww.) ; springen (ww.) ; wippen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `bondir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: s'emporter
FR: sauter

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: faire bondir le coeur NL: doen walgen