Vertaal
Naar andere talen: • bloquer > DEbloquer > ENbloquer > ES
Vertalingen bloquer FR>NL
[blɔke]

1 immobiliser - blokkeren

  'bloquer une porte'
  een deur blokkeren

  'bloquer le ballon'
  de bal stoppen


2 boucher - afsluiten

  'bloquer le passage'
  de doorgang blokkeren


3 empêcher de changer - bevriezen

  'bloquer les prix'
  de prijzen bevriezen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bloquer (ww.) obstructie plegen (ww.) ; versperren (ww.) ; verhinderen (ww.) ; vastrijden (ww.) ; tot staan brengen (ww.) ; tegenhouden (ww.) ; stremmen (ww.) ; stopzetten (ww.) ; remmen (ww.) ; platleggen (ww.) ; ophouden (ww.) ; onderbreken (ww.) ; klemrijden (ww.) ; halt houden (ww.) ; doen ophouden (ww.) ; blokkeren (ww.) ; beletten (ww.) ; belemmeren (ww.) ; barricaderen (ww.) ; afbreken (ww.)
bloquer beletten ; vastlopen ; blokkeren ; bevriezen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bloquer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: arrêter
FR: barrer
FR: cerner
FR: cesser
FR: coincer
FR: embouteiller
FR: empêcher
FR: freiner
FR: geler
FR: grouper