Vertalingen bienheureux FR>NL
bienheureux (m) | blij ; gelukkig |
bienheureux | bedeeld ; gelukzalig ; geschapen ; gezegend ; verrukt ; zalig ; zielsgelukkig |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `bienheureux`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: heureuxFR: saintFR: saints