1. MWB
  2. Vertalen
  3. blanchir (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • blanchir > DE • blanchir > EN • blanchir > ES
Vertalingen blanchir FR>NL
[blɑ̃ʃiʀ]

1 laver - wassen

  'blanchir le linge'
  het linnengoed wassen

2 onschuldig verklaren

  'blanchir un suspect' een verdachte vrijpleiten [blɑ̃ʃiʀ]


1 devenir blanc - wit worden

  'Ses cheveux blanchissent.'
  Zijn haar wordt grijs.
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
blanchir (ww.) schoonwassen (ww.) ; zuiveren (ww.) ; witwassen (ww.) ; wit worden (ww.) ; wassen (ww.) ; vrijspreken (ww.) ; vrijpleiten (ww.) ; vergrijzen (ww.) ; verbleken (ww.) ; uitwassen (ww.) ; onschuldig verklaren (ww.) ; dechargeren (ww.) ; bleken (ww.) ; blaam zuiveren (ww.)
blanchir bleken ; uitdrijven ; ophelderen ; meer wit aanbrengen ; hypochlorietbleken
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `blanchir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: acquitter
FR: chauler
FR: décolorer
FR: devenir gris
FR: disculper
FR: ébouillanter
FR: éclaircir
FR: javelliser
FR: justifier
FR: laver