Vertalingen affluer FR>NL
[aflye]1 arriver en quantité - toestromen
'La foule afflue vers la place.'
De menigte stroomt toe naar het plein.2 être apporté en grand nombre - toestromen
'Depuis la catastrophe, les dons affluent.'
Sinds de ramp stromen de giften binnen.3 couler vers - stromen (naar)
'Le sang afflue au visage.'
Bloed stijgt naar het gezicht.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
affluer (ww.) | binnenstromen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `affluer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abonderFR: aboutirFR: arriverFR: confluerFR: survenir