Vertalingen abhorrer FR>NL
abhorrer (ww.) | haten (ww.) ; verafschuwen (ww.) ; verfoeien (ww.) ; walgen van (ww.) |
abhorrer | gruwel ; verafschuw |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `abhorrer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abominerFR: détesterFR: exécrerFR: haïrFR: maudireFR: mépriserFR: vomir