Vertalingen autonomie FR>NL
[otɔnɔmi]1 indépendance - autonomie - onafhankelijkheid
'autonomie d'un pays'
autonomie van een land2 fait de pouvoir agir, vivre seul - zelfstandigheid
'autonomie financière'
financiële zelfstandigheid3 durée de fonctionnement avec une réserve d'énergie - zelfstandige werking
'autonomie d'un ordinateur portable'
zelfstandige werking van een laptop© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
autonomie (v) | de autonomie (v) ; de onafhankelijkheid (v) ; het zelfbestuur ; de zelfstandigheid (v) ; de zelfvoorziening (v) |
la autonomie | accubeheer |
autonomie | actieradius ; autonome verwerking ; autonomie ; buiten-verkeersmodus ; regionale autonomie ; zelfbestuur |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `autonomie`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: autogestionFR: identitéFR: indépendanceFR: libertéFR: nationalismeFR: particularismeFR: séparatismeFR: souveraineté