Vertaal
Naar andere talen: • agiter > DEagiter > ENagiter > ES
Vertalingen agiter FR>NL
[aʒite]

1 remuer en tous sens - schudden

  'Agiter le flacon avant de l'ouvrir.'
  De fles schudden alvorens hem te openen.


2 énerver - verontrusten
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
agiter (ww.) op en neer bewegen (ww.) ; zwerven (ww.) ; zwenken (ww.) ; zwaaien (ww.) ; wrikken (ww.) ; wriggelen (ww.) ; trillen (ww.) ; slingeren (ww.) ; schudden (ww.) ; rondzwerven (ww.) ; roeren (ww.) ; opstoken (ww.) ; oppoken (ww.) ; omroeren (ww.) ; in beroering brengen (ww.) ; iemand toetakelen (ww.) ; heen en weer zwaaien (ww.) ; heen en weer bewegen (ww.) ; beven (ww.) ; beroeren (ww.) ; agiteren (ww.) ; afranselen (ww.) ; aan de zwerf zijn (ww.)
agiter omroeren ; roeren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `agiter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: affairer
FR: animer
FR: bouger
FR: branler
FR: courir
FR: débattre
FR: discuter
FR: ébrouer
FR: examiner
FR: piaffer