Vertalingen allonger FR>NL
[alɔ̃ʒe]1 étendre - uitstrekken
'allonger les jambes'
zijn benen uitstrekken2 ajouter de l'eau à - aanlengen
'allonger une sauce'
een saus aanlengen3 augmenter la durée, la longueur de ··· - verlengen
'allonger son séjour'
zijn verblijf verlengen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
allonger (ww.) | aanlengen (ww.) ; lengen (ww.) ; rekken (ww.) ; uitrekken (ww.) ; uitstrekken (ww.) ; verdunnen (ww.) ; verlengen (ww.) ; versnijden (ww.) ; verwateren (ww.) |
allonger | strekken ; uitrekken ; verlengen |
Bronnen: interglot; Trueterm; A.M.T.S.
Voorbeeldzinnen met `allonger`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: ajouterFR: assénerFR: augmenterFR: cognerFR: détirerFR: donnerFR: étendreFR: étirerFR: lancerFR: prolonger