[ɛd]

1 action d'apporter un soutien à ··· - hulp

  'venir en aide à ··· '
  iemand te hulp komen

  'appeler ··· à l'aide'
  iemand te hulp roepen

2   à l'aide de
en se servant de - met behulp van

  'fermer à l'aide d'un cadenas'
  met behulp van een hangslot (af)sluiten[ɛd]


1 personne qui assiste ··· dans son travail - hulp
© K Dictionaries Ltd.

aide (v)	de hulp ; de toeverlaat (m) ; het support ; de steunpilaar (m) ; de service (m) ; de secondant (m) ; de onderhoudsdienst (m) ; de medewerking (v) ; maatschappelijk werk (znw.) ; de knecht (m) ; hulpvaardige (znw.) ; het hulppersoneel ; het hulpje ; de helper (m) ; de dienstverlening (v) ; het dienstbetoon ; bijstand ; de assistentie (v) ; de assistent (m) ; de aanwijzing (v) ; het aanknopingspunt
la aide	steun ; hulpmiddel
aide	help ; steun

Bronnen: pijnstillerinfocentrum; interglot; Trueterm; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.




FR: adjoint
FR: adjointe
FR: amitié
FR: appui
FR: assistance
FR: assistant
FR: auxiliaire
FR: avantage
FR: bienveillance
FR: collaborateur

FR: à  l'aide de NL: met behulp van
FR: à  l'aide NL: help!
FR: venir en aide NL: te hulp komen
FR: aide de camp NL: adjudant (militair)
FR: aide maçon NL: opperman
FR: aide-mémoire (m) NL: dun boekje, dat de belangrijkste gegevens van een wetenschap etc. bevat