Vertaal
Naar andere talen: • affirmer > DEaffirmer > ENaffirmer > ES
Vertalingen affirmer FR>NL
[afiʀme]

1 présenter ··· comme vrai - beweren

  'Il affirme que ce n'est pas lui.'
  Hij beweert dat hij het niet is.


2 rendre plus assuré, plus solide - doen gelden

  'affirmer son autorité'
  zijn gezag doen gelden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
affirmer (ww.) redetwisten (ww.)
affirmer bevestigen ; beweren ; bezweren ; stellen ; verklaren
Bronnen: Wikipedia; Trueterm; Omegawiki.org; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `affirmer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: alléguer
FR: arguer
FR: assurer
FR: attester
FR: avancer
FR: certifier
FR: dire
FR: garantir
FR: insister
FR: jurer