Vertaal
Naar andere talen: • accompagner > DEaccompagner > ENaccompagner > ES
Vertalingen accompagner FR>NL
[akɔ̃paɲe]

1 aller avec ··· - vergezellen

  'Nous l'avons accompagné à la gare.'
  We hebben hem naar het station vergezeld.


2 mettre avec ··· - garneren (met)

  'accompagner une viande de pommes sautées'
  vlees garneren met gebakken aardappelen


3 jouer avec - begeleiden

  'Un pianiste accompagne la chanteuse.'
  Een pianist begeleidt de zangeres.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
accompagner (ww.) begeleiden (ww.) ; chaperonneren (ww.) ; escorteren (ww.) ; geleiden (ww.) ; meegaan (ww.) ; meelopen (ww.) ; meerijden (ww.) ; rondleiden (ww.) ; vergezellen (ww.) ; wegbrengen (ww.)
accompagner begeleiden ; geleverd worden bij ; meegaan met ; sturen
Bronnen: interglot; Trueterm; A.M.T.S.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `accompagner`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: ajouter
FR: conduire
FR: escorter
FR: garnir
FR: guider
FR: joindre
FR: suivre

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: bagages accompagnés NL: passagiersgoed