Vertaal
Naar andere talen: • abréger > DEabréger > ESabréger > NL
Vertalingen abréger FR>EN
Verbe [transitif] [abʀeʒe]
1)
rendre plus court Exemple: ''abréger une visite/un mot''
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abréger (ww.)to abbreviate ; to abridge ; to cut down ; to cut short ; to shorten
abréger abate ; abridge ; abstract ; curtail ; decrease ; lessen ; summarize ; to explode
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `abréger`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: amoindrir
FR: condenser
FR: couper
FR: diminuer
FR: écourter
FR: extraire
FR: raccourcir
FR: rapetisser
FR: ratatiner
FR: réduire

Alternatieve spelling of gebruik
Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels:
UK-spelling: summarise
US-spelling: summarize