Vertaal
Naar andere talen: • grossier > ENgrossier > ESgrossier > NL
Vertalingen grossier FR>DE
grossier (m) krass
grossier nicht elegant ; Wild ; unfreundlich ; unerzogen ; trivial ; skrupellos ; schweinisch ; schroff ; schofel ; schmutzig ; schief ; Schal ; platt ; launisch ; indiskreet ; immoralisch ; Fett ; faul ; dick ; abgestanden ; frivol ; ungehobelt ; roh ; rauh- ; plump ; grobkörnig ; grob
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `grossier`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: bas
FR: béotien
FR: bestial
FR: blessant
FR: brut
FR: commun
FR: crapuleux
FR: dégoûtant
FR: fruste
FR: goujat