Vertaal
Naar andere talen: • camper > ENcamper > EScamper > NL
Vertalingen camper FR>DE
camper (ww.) einnisten (ww.) ; einquartieren (ww.) ; kampieren (ww.) ; lagern (ww.) ; zelten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `camper`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: asseoir
FR: bivouaquer
FR: cantonner
FR: établir
FR: faire du camping
FR: incarner
FR: installer
FR: interpréter