Vertalingen tropa ES>NL
la tropa
zelfst.naamw.
1) conjunto numeroso de personas reunidas para un determinado fin -
grote groep Una tropa de ecologistas se manifestaba por las calles de la ciudad. - Een grote groep milieuactivisten demonstreerde door de straten van de stad. |
2) conjunto de soldados -
manschappen una tropa de paracaidistas - een parachutetroep |
3) conjunto de militares organizados para una batalla o guerra -
leger Las tropas enemigas invadieron el territorio nacional. - Het vijandelijke leger is het nationale grondgebied binnengevallen. |
de tropa (=que es militar en oposición a los civiles) - dienend
Mi padre fue un hombre de tropa. - Mijn vader heeft als soldaat gediend.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la tropa (v) | de bende ; groep jongeren (znw.) ; legerbende (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tropa`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bandaES: boyadaES: catervaES: cuadrillaES: cuadroES: ejércitoES: enjambreES: falangeES: ganaderíaES: ganado