Vertalingen trasto ES>NL
I el trasto
zelfst.naamw.
1) objeto que carece de valor y utilidad -
rommel Se deshizo de un montón de trastos inútiles. - Hij heeft een hele hoop overbodige rommel weggedaan. |
2) máquina que genera problemas para manejarlo porque es viejo o funciona mal -
oud/slecht exemplaar Cambió el trasto de computadora que tenía por una portátil. - Hij heeft de oude computer die hij had vervangen door een draagbare. |
II el trastos
zelfst.naamw.
herramientas propias de una actividad o profesión -
gereedschap El carpintero transportaba sus trastos en una gran caja de madera. - De timmerman vervoerde zijn gereedschap in een grote houten kist. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el trasto (m) | de boef (m) ; de fielt (m) ; de geitenbreier (m) ; de lammeling (m) ; de lamzak (m) ; de lanterfanter (m) ; de lapzwans ; de leegloper (m) ; de lijntrekker (m) ; de nietsnut (m) ; de niksnut (m) ; het onding ; de schobbejak (m) ; de schurk (m) ; de slampamper (m) ; slapkous (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `trasto`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: armatosteES: canallaES: chincheES: criminalES: delincuenteES: desalmadoES: granujaES: granujitaES: malapiezaES: pillete