Vertalingen transeúnte ES>NL
I transeúnte
bijv.naamw.
que pasa por un lugar, en especial de una población -
voorbijgaand comprador transeúnte - voorbijgaande koper |
II transeúnte
zelfst.naamw.
persona que pasa por un lugar, en especial de una ciudad -
voorbijganger Un motociclista atropelló a un transeúnte que cruzaba la calle. - Een motorfiets heeft een voorbijganger aangereden die de straat overstak. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
transeúnte (m) | f (omstander) |
el transeúnte (m) | de passant (m) ; de voorbijganger (m) |
Bronnen: de ~ (m); interglot
Voorbeeldzinnen met `transeúnte`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: caminanteES: paseanteES: peatónES: viandante