Vertaal
Naar andere talen: • traje > DEtraje > ENtraje > FR
Vertalingen traje ES>NL

el traje

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['tɾaxe]

1) indumentaria que es propia de un lugar, época o actividad - kleding
La compañía de baile folclórica llevaba trajes tradicionales. - Het gezelschap van het folklorische ballet droeg traditionele kleding.
uitdrukking traje de baño

2) conjunto formado por chaqueta y pantalón o falda confeccionados con la misma tela - pak
Todos los días iba de traje al trabajo. - Hij ging elke dag in pak naar het werk.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el traje (m) de jurk (m) ; de uitdossing (v) ; het samenraapsel ; de rugzak (m) ; de pak (m) ; de mengelmoes ; het maatpak ; het kostuum ; het kleed ; de klederdracht ; de japon (m) ; het gewaad ; folkloristisch kostuum (znw.) ; de dracht ; het colbertkostuum ; het allegaartje
el trajehet duikpak
traje avondjurk ; kledij ; het duikerpak
Bronnen: Omegawiki.org; interglot; Wikipedia; Diving dictionary; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `traje`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adorno
ES: alforja
ES: atuendo
ES: bulto
ES: burjaca
ES: chaqué
ES: conjunto
ES: cuadrilla
ES: desbarajuste
ES: desorden