Vertalingen torpeza ES>NL
la torpeza
zelfst.naamw.
1) cualidad de la persona que es torpe en movimientos o inteligencia -
lompheid Lo echaron de su trabajo por su torpeza. - Ze hebben hem vanwege zijn lompheid van zijn werk ontslagen. |
2) dicho o acción torpe -
domheid cometer una torpeza - een domheid begaan |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la torpeza (v) | de blunder (m) ; de boersheid (v) ; het gebroddel ; het gehannes ; het geklungel ; het gestuntel ; harkerigheid (znw.) ; de houterigheid (v) ; letargie ; de onbeholpenheid (v) ; de onhandigheid (v) ; de onwellevendheid (v) ; de starheid (v) ; stijfte (znw.) ; verstarring |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `torpeza`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: adormecimientoES: apatíaES: bobadaES: conducta campesinaES: desmañaES: durezaES: entorpecimientoES: entumecimientoES: estupidezES: falta de habilidad