Vertaal
Naar andere talen: • teñir > DEteñir > ENteñir > FR
Vertalingen teñir ES>NL

teñir

werkw.
Uitspraak:  [te'ɲiɾ]

1) dar un color distinto del que tiene a una cosa - verven
teñir una tela - een stof verven

2) dar a una cosa un determinado carácter o matiz - een tintje geven
Una honda nostalgia teñía sus palabras. - Zijn woorden waren doordrenkt van een diepe heimwee.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
teñir (ww.) beschilderen (ww.) ; inkleuren (ww.) ; lakken (ww.) ; schilderen (ww.) ; tinten (ww.) ; verven (ww.)
teñir verkleuren ; vlekken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `teñir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: colorar
ES: colorear
ES: pigmentar
ES: pintar
ES: tintar