Vertaal
Naar andere talen: • superponer > DEsuperponer > ENsuperponer > FR
Vertalingen superponer ES>NL

I superponer

werkw.
Uitspraak:  [supeɾpo'neɾ]

1) colocar una cosa sobre otra - op elkaar plaatsen
Superpuso sus escritos de cualquier manera y los guardó en el maletín. - Hij heeft zijn stukken willekeurig op elkaar gestapeld en in de aktetas bewaard.

2) dar más importancia a una cosa que a otra - verkiezen
Superpuso su bienestar económico a su salud. - Hij heeft zijn economische welzijn verkozen boven zijn gezondheid.


II superponerse

werkw.
Uitspraak:  [supeɾpo'neɾse]

colocar una cosa sobre otra - de overhand krijgen
Las voces del público se superpusieron a la de la cantante en el estribillo. - De stemmen van het publiek kregen de overhand boven die van de zanger bij het refrein.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
superponer overleggen
Bron: Trueterm


Voorbeeldzinnen met `superponer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: colocar en
ES: dejar en
ES: depositar en
ES: poner en
ES: sobreponer