Vertalingen simpleza ES>NL
la simpleza
zelfst.naamw.
1) falta de inteligencia y rapidez mental -
onnozelheid | Sus errores son producto de su simpleza. - Zijn fouten zijn te wijten aan zijn onnozelheid. |
2) cosa que dicha o hecha evidencia esta falta -
dwaasheid | No se da cuenta de sus simplezas. - Hij merkt niet dat hij dwaas is. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la simpleza (v) | de eenvoud (m) ; makkelijkheid (znw.) ; de natuurlijkheid (v) ; de ongekunsteldheid (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `simpleza`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bobadaES: candidezES: candorES: credulidadES: estupidezES: idiotezES: ingenuidadES: inocenciaES: naderíaES: necedad
