| Uitspraak: | ['si] |
| Si me mejoro, iré mañana al colegio. - Als ik beter word, ga ik morgen naar school. |
| Si no contesta tus llamadas es porque debe estar trabajando. - Als hij jouw telefoontjes niet beantwoordt, is dat omdat hij waarschijnlijk aan het werk is. |
| Mi padre pregunta si tienes la dirección de la disquería que le comentaste. - Mijn vader vraagt of je het adres hebt van de platenwinkel waarover je het had. |
| La película, si bien es muy larga, es excelente. - De film, al is die lang, is uitstekend. |
| ¡Si será posible que sigas cometiendo el mismo error! - Hoe is het toch mogelijk dat je steeds dezelfde fout blijft maken! |
| Si cerraras la ventana, te lo agradecería mucho. - Als je het raam dichtdoet, zou ik dat enorm op prijs stellen. |
| ¡Si la viera pasar hoy, qué feliz sería! - Als hij haar vandaag zou zien langskomen, wat zou hij dan gelukkig zijn! |
| Me siento como si la cabeza me fuera a estallar. - Ik voel alsof mijn hoofd uit elkaar gaat barsten. |