Vertaal
Naar andere talen: • sermon > DEsermon > ENsermon > FR
Zie ook: sermón

Vertalingen sermon ES>NL

el sermón

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [seɾ'mon]

1) discurso moral o religioso pronunciado por un sacerdote religie - preek
El párroco preparaba su sermón para la misa. - De pastoor bereidde zijn preek voor de mis voor.

2) conjunto largo y pesado de enseñanzas usadas para reprender moralmente a una persona - preek
Mi madre anda siempre con sermones. - Mijn moeder loopt altijd te preken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el sermon (m) de donderpreek ; de epistel (m) ; de preek ; het sermoen ; strafpredikatie (znw.) ; de tirade (v) ; de zedenpreek
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `sermon`
Voorbeeldzinnen laden....