Vertalingen resto ES>NL
el resto
zelfst.naamw.
1) parte que queda de un todo -
rest Ya he hablado con María y Pedro, habla tú al resto de nuestros amigos. - Ik heb al met María en Pedro gesproken, praat jij maar met de rest van onze vrienden. |
2) cantidad que se juega o apuesta a las cartas games -
inleg apostar el resto - de inleg inzetten |
3) devolución de la pelota al saque, en el tenis y otros juegos sport -
terugslag Ganó el último set gracias a su resto. - Hij heeft de laatste set gewonnen dankzij zijn terugslag. |
4) resultado de la operación de restar dos cantidades o dos expresiones algebraicas wiskunde -
rest Esta sustracción da 6 de resto. - Deze aftrekking geeft 6 als restgetal. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el resto (m) | het brokstuk ; de depot (m) ; het exces ; het overgeblevene (znw.) ; laatste rest (znw.) ; het overblijfsel ; het overschot ; de rest (m) ; de restant (m) ; resten ; het restje ; het saldo ; het staartje ; het wrakstuk |
resto | rest |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `resto`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: borraES: demásES: desechoES: desperdicioES: despojoES: excedenteES: excesoES: finiquitoES: fragmentoES: huella