Vertalingen rasgo ES>NL
el rasgo
zelfst.naamw.
1) cada uno de las señales hechas al escribir -
pennenstreek El escrito no tiene los rasgos de su caligrafía. - Het stuk heeft niet de krullen van de schoonschrijfkunst. |
2) cada una de las líneas y formas del rostro de una persona -
gelaatstrek un hombre de rasgos asiáticos - een man met Aziatische gelaatstrekken |
3) acción que muestra una cualidad propia del afecto que la origina -
uiting tener un rasgo de caballerosidad - een uiting van hoffelijkheid tonen |
4) característica esencial de una cosa -
kenmerk Su pintura tiene rasgos muy originales. - Zijn schilderij heeft zeer originele kenmerken. |
a grandes rasgos (=de manera general) - in grote lijnen
Relató el suceso a grandes rasgos. - Hij heeft het verhaal in grote lijnen verteld.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el rasgo (m) | de karakterisering (v) ; de vleug ; de typering (v) ; de tendentie (v) ; de scherts ; het presentje ; het karaktertrekje ; de karaktertrek (m) ; karakteristiek (znw.) ; de karaktereigenschap (v) ; de gelaatstrek (m) ; de gekheid (v) ; het aardigheidje ; de aardigheid (v) |
rasgo | eigenschap ; merk ; kenmerk |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `rasgo`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: asomoES: atisboES: atributoES: brochazoES: bromaES: cachondoES: calidadES: carácterES: característicaES: comarca