Vertaal
Naar andere talen: • racha > DEracha > ENracha > FR
Vertalingen racha ES>NL

la racha

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['raʧa]

1) período breve de suerte o desgracia - opwelling
tener una mala racha - een moeilijke periode doormaken

2) corriente de viento fuerte y de poca duración - windvlaag
una racha fresca - een frisse windvlaag

3) gran afluencia circunstancial de algo - hoop
Esta semana tengo una racha de exámenes. - Deze week heb ik een hoop examens.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la racha (v) de aanval (m) ; de bevlieging (v) ; de opwelling (v) ; de valwind (m) ; de vlaag
racha golf ; windstoot ; windvlaag
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `racha`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: antojo
ES: arrebato
ES: ataque
ES: chubasco
ES: racha de viento
ES: ráfaga
ES: ventisca
ES: ventolera
ES: viento descendente