Vertaal
Naar andere talen: • pobreza > DEpobreza > ENpobreza > FR
Vertalingen pobreza ES>NL

la pobreza

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [po'βɾeɑua]

1) carencia de lo necesario para vivir o desarrollarse - armoede
Vive en la más estrecha pobreza. - Hij leeft in de ergste armoede.

2) escasez de alguna cosa - schaarsheid
pobreza de recursos - schaarsheid aan middelen

3) falta de calidad en una cosa - slechte kwaliteit
La pobreza de sus productos los llevó a la quiebra. - De slechte kwaliteit van zijn producten hebben tot zijn faillissement geleid.

4) falta de nobleza de ánimo - kleinzieligheid
La pobreza de su espíritu le impidió explotar su potencial. - Door zijn kleinzielige geest heeft hij zijn potentieel niet volledig kunnen gebruiken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la pobreza (v) de karigheid (v) ; het tekort ; de sjofelheid (v) ; de schraalheid (v) ; de schamelheid (v) ; de schaarste (v) ; de schaarsheid (v) ; de poverheid (v) ; noodlijdendheid (znw.) ; minvermogendheid (znw.) ; de krapte (v) ; de haveloosheid (v) ; het gebrek ; de ellende ; de behoeftigheid (v) ; de armzaligheid (v) ; de armoedigheid (v) ; de armoede (v) ; armelijkheid (znw.)
pobreza armoede ; onvruchtbaarheid
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `pobreza`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aprieto
ES: apuro
ES: carencia
ES: carestía
ES: defecto
ES: desgracia
ES: escasez
ES: escualidez
ES: estrechez
ES: falta