Vertalingen pisotear ES>NL
pisotear
werkw.
1) pisar repetidas veces algo para estropearlo -
vertrappen En un ataque de furia pisoteó sus cuadros. - In een aanval van woede heeft hij zijn schilderijen vertrapt. |
2) humillar a alguien -
vernederen Se deja pisotear por sus colegas. - Hij laat zich door zijn collega´s vernederen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pisotear (ww.) | platlopen (ww.) |
pisotear | aantrappen |
Bronnen: interglot; TruetermVoorbeeldzinnen met `pisotear`

Voorbeeldzinnen laden....