Vertalingen peregrino ES>NL
el/la peregrino, -na
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [peɾe'γɾino, -na] |
1) persona que visita un sitio sagrado religie -
bedevaartganger Los peregrinos acudían al lugar donde se produjo el milagro. - De bedevaartgangers gingen naar de plaats waar zich het wonder had voorgedaan. |
2) persona que viaja por tierras extrañas y con dificultades -
wereldreiziger Las "Soledades" de Góngora dan cuenta de un peregrino. - De "Eenzaamheden" van Góngora handelen over een wereldreiziger. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el peregrino (m) | de bedevaartganger (m) ; de bedevaartgangers ; de kruisvaarder (m) ; de pelgrim (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `peregrino`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: cruzadoES: curiosoES: desacostumbradoES: extrañoES: insólitoES: notableES: penitenteES: peregrinaES: poco comúnES: raro