Vertalingen penuria ES>NL
la penuria
zelfst.naamw.
1) falta de las cosas más necesarias para la vida -
armoede | Pasamos penuria hasta que la situación mejoró. - We hebben in armoede geleefd totdat de situatie zich verbeterde. |
2) circunstancia de haber de una cosa menos de lo necesario -
gebrek | penurias de recursos económicos - gebrek aan economische middelen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la penuria (v) | het gebrek ; gering aantal ; de krapte (v) ; de schaarsheid (v) ; de schaarste (v) ; het tekort |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `penuria`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: ausenciaES: carenciaES: carestíaES: déficitES: escasezES: faltaES: insuficienciaES: menguaES: molestiaES: necesidad
