Vertaal
Naar andere talen: • pecar > DEpecar > ENpecar > FR
Vertalingen pecar ES>NL

pecar

werkw.
Uitspraak:  [pe'kaɾ]

1) actuar o pensar en contra de la voluntad de Dios religie - zondigen
Pecar es humano y perdonar es divino. - Zondigen is menselijk en vergeven is goddelijk.

2) cometer una falta - een fout begaan
Pecamos por no saber callar a tiempo. - We begaan de fout om niet op tijd onze mond te houden.

3) tener en exceso la cualidad que se expresa - overdrijven
pecaba de confiado - hij was te goedgelovig

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pecar (ww.) een zonde begaan (ww.) ; zondigen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `pecar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: caer
ES: caer en el pecado de
ES: cometer un pecado
ES: errar