Vertalingen pauta ES>NL
la pauta
zelfst.naamw.
1) criterio que sirve de guía para hacer algo -
maatstaf | pauta de comportamiento - gedragsregel |
2) regla que se utiliza para trazar rayas horizontales en un papel -
lineaal | Con la pauta rayaba la hoja y luego escribía. - Hij trok met de lineaal lijnen op het papier en daarna schreef hij erop. |
3) cada una de las líneas horizontales que se trazan con la regla -
lijn | Escribe respetando la pauta. - Schrijf op de lijn. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la pauta (v) | de commandovlag ; de maatstaf (m) ; de norm ; de standaard (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `pauta`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bandera de mandoES: candeleroES: criterioES: normaES: pieES: soporte
