Vertaal
Naar andere talen: • paciencia > DEpaciencia > ENpaciencia > FR
Vertalingen paciencia ES>NL

la paciencia

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [pa'ɑujenɑuja]

1) capacidad para soportar desgracias o sufrimientos - geduld
Soportó la desgracia con mucha paciencia. - Hij heeft het onheil met veel geduld ondergaan.

2) calma o tranquilidad para esperar - geduld
Debes tener paciencia, ya llegará. - Je moet geduld hebben, hij zal zo komen.

3) calma para realizar trabajos minuciosos - kalmte
Para enseñar necesitas de mucha paciencia. - Om te onderwijzen, moet je veel geduld hebben.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la paciencia (v) de bedaardheid (v) ; het geduld ; gemak (znw.) ; kalme afwachtendheid (znw.) ; kalmheid (znw.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `paciencia`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: calma
ES: serenidad