Vertaal
Naar andere talen: • núcleo > DEnúcleo > ENnúcleo > FR
Vertalingen núcleo ES>NL

el núcleo

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['nukleo]

1) el punto central de algo - kern
núcleo terrestre - aardkern

2) la parte más importante de algo - essentie
núcleo de un problema - essentie van een probleem

3) conjunto de viviendas habitadas - gemeenschap
núcleo urbano - stadskern

4) agrupación de personas o cosas que tienen una unidad - groepering
núcleo intelectual - intellectuele groepering

5) parte central de un átomo scheikunde - kern
núcleo de un átomo - kern van een atoom

6) parte más densa y brillante de un cuerpo celeste astronomie - kern
núcleo solar - zonnekern

7) la parte central y más importante de una célula biologie - kern
núcleo celular - celkern

8) elemento principal de un grupo de palabras taalkunde - kern
el núcleo de una frase - de kern van een zin

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el núcleo (m) het midden ; middelste (znw.) ; het middelpunt ; de kern (m) ; het centrum ; binnenste (znw.)
núcleo nucellus ; wikkelkern ; vermenigvuldiger ; slijtlaag ; ondoorlatende laag ; nucleus ; aardkern ; magnetische kern ; kristalkiem ; kiesafdeling ; kiem ; kernprogramma ; kern ; haard ; celkern ; atoomkern ; Afdeling
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `núcleo`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: base
ES: centro
ES: corazón
ES: corpúsculo esencial
ES: elemento central
ES: elemento primordial
ES: epicentro
ES: foco
ES: médula
ES: meollo