Vertalingen noviazgo ES>NL
el noviazgo
zelfst.naamw.
1) relación que existe entre dos personas que se van a casar -
verloving Formalizaron su noviazgo con una cena. - Ze hebben hun verloving officieel gemaakt met een diner. |
2) condición de novio, y tiempo que dura esta condición -
verloving Tuvieron un largo noviazgo. - Ze hebben een lange verloving gehad. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el noviazgo (m) | de bruidsdagen ; de ondertrouw (m) ; de verloving (v) ; de wittebroodsweken |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `noviazgo`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: esponsales