Vertalingen noticia ES>NL
I la noticia
zelfst.naamw.
1) comunicación pública de un hecho o suceso reciente -
bericht | La noticia de tu llegada nos puso contentos - Het bericht van je aankomst heeft ons blij gemaakt |
2) conocimiento o idea de una cosa -
nieuws | No teníamos noticias de esta desgracia. - We wisten niets af van dit onheil. |
II la noticias
zelfst.naamw.
programa de radio y televisión en el que se informa sobre sucesos recientes -
nieuws | Siempre pone la radio temprano para escuchar las noticias. - Hij doet altijd ´s ochtends vroeg de radio aan om naar het nieuws te luisteren. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la noticia (v) | de aankondiging (v) ; de afkondiging (v) ; de bekendmaking (v) ; het bericht ; het uitspreken (znw.) ; het journaal ; de kennisgeving (v) ; de melding (v) ; het nieuws ; de verklaring (v) ; de verwittiging (v) |
| noticia | de kond (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `noticia`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anuncioES: avisoES: certificadoES: comunicadoES: falloES: fraseES: informeES: juicioES: laudoES: mensaje
