la muerte

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[mu'eɾte]

1) fin o término de la vida - dood

La muerte a veces es impredecible. - De dood is vaak onvoorspelbaar.

2) acción de matar - moord

dar muerte - doden

3) destrucción de una cosa - ondergang

La muerte de un reino. - De ondergang van een koninkrijk.

muerte natural (=la que se produce por vejez) - natuurlijke dood Murió de muerte natural. - Hij is door een natuurlijke dood gestorven.

de mala muerte (=de poco valor o de mal aspecto) - armzalig Estuvimos en un bar de mala muerte. - We zijn in een armzalige bar geweest.

© K Dictionaries Ltd.

la muerte (v)	de crypte ; de dood (m) ; het graf ; grafplaats (znw.) ; onderaardse gang (znw.) ; het overlijden ; de rustplaats ; het sterfgeval ; de sterfte (v) ; verscheiden (znw.)
muerte	dood ; Magere Hein ; overlijden ; Pietje de Dood ; wiegedood

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia; Trueterm




ES: cripta
ES: deceso
ES: fallecimiento
ES: fin
ES: fosa
ES: hoyo
ES: mortalidad
ES: mortandad
ES: parada