Vertalingen mucho ES>NL
I mucho, -cha
bijv.naamw.
que es abundante, intenso -
veel muchos regalos - veel cadeau´s |
II mucho, -cha
bijwoord
1) largo periodo de tiempo -
lang El coche está tardando mucho. - De auto doet er lang over. |
2) más de lo normal -
te veel madrugar mucho - heel vroeg opstaan |
como mucho (=a lo sumo) - op zijn hoogst
Cuanto mucho, llegará diez minutos tarde. - Hij zal op zijn hoogst tien minuten te laat komen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
mucho | intensief ; zeerste ; zeer ; volop ; veelvuldig ; veel ; vaak ; uiterst ; uitermate ; ten zeerste ; regelmatig ; pijnlijk ; menigmaal ; meermaals ; luid ; intens ; hogelijk ; heel erg ; hardop ; hard ; frequent ; extreem ; excessief ; dikwijls ; buitensporig ; buitengewoon ; buitengemeen ; boordevol ; bijzonder ; een heleboel |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `mucho`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: a menudoES: abundanteES: agitadoES: agudoES: altamenteES: altoES: asiduamenteES: bastanteES: bulliciosoES: con abundancia