Vertalingen mar ES>NL
mar
zelfst.naamw.
1) masa de agua salada que cubre gran parte de la superficie terrestre -
zee navegar por los mares - op zee varen |
2) masa de agua salada menor que un océano -
zee el mar Adriático - de Adriatische Zee |
a mares (=en gran cantidad) - overvloedig
llorar a mares - tranen met tuiten huilen
|
la mar de (=expresa gran cantidad o intensidad de lo que sigue) - ontzettend (veel)
Este automóvil es la mar de cómodo. - Deze auto is ontzettend comfortabel.
|
un mar de (=indica que lo expresado se da en gran cantidad o intensidad) - een zee van
estar en un mar de dudas - enorm veel twijfels hebben
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
mar (m) | f (zee) |
el mar (m) | de deining (v) ; de golfslag (m) ; omslaan van golven (znw.) ; de schommeling (v) ; het sop ; de wiegeling (v) ; de zee (v) ; de zeegang (m) |
Bronnen: de ~ (v); interglot
Voorbeeldzinnen met `mar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agitacionesES: alborotoES: balanceoES: marejadaES: movimientoES: océanoES: Océano IndicoES: Océano PacíficoES: oleajeES: torrente