Vertaal
Naar andere talen: • hipotecar > DEhipotecar > ENhipotecar > FR
Vertalingen hipotecar ES>NL

hipotecar

werkw.
Uitspraak:  [ipote'kaɾ]

1) empeñar bienes inmuebles sujetándolos al pago de una deuda economie - met een hypotheek belasten
Tuvieron que hipotecar la finca para los gastos de la operación. - Ze moesten het landgoed met een hypotheek belasten voor de kosten van de operatie.

2) exponer algo a un peligro - in gevaar brengen
Hipotecó su familia para poder estudiar. - Hij heeft zijn familie in gevaar gebracht om te kunnen studeren.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hipotecar hypothekeren ; verhypothekeren
Bron: Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `hipotecar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: asegurar un crédito
ES: hipotecar una casa
ES: someter a la hipoteca