Vertalingen hermano ES>NL
el/la hermano, -na
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [eɾ'mano, -na] |
1) individuo nacido de los mismos padres en relación a otro o al menos del padre o madre -
broer , zus Los hermanos se reunieron en casa de los padres para la cena de fin de año. - De broers kwamen in het ouderlijk huis bijeen voor het oudejaarsdiner. |
2) persona integrante de una congregación religiosa, en especial la católica religie -
broeder , zuster las hermanas del Convento de Santo Domingo - de zusters van het Klooser van Santo Domingo |
3) personas vinculadas por lazos espirituales, afectivos e ideológicos -
gebroeders hermanos en Cristo - gebroeders van Christus |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el hermano (m) | de broeder (m) ; broeder-onderwijzer (znw.) ; de broer (m) ; de frater (m) ; de lekenbroeder (m) ; de ordebroeder (m) |
hermano | Br. (Afkorting) ; broeder ; broeder,broer ; broer ; broer of zus ; halfbroer of halfzus |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hermano`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: cofradeES: fraileES: hermano legoES: religioso