Vertalingen hecho ES>NL
hecho, -cha
bijv.naamw.
1) que está terminado -
klaar Ahora nos podemos mudar, ya está hecha la casa. - We kunnen nu gaan verhuizen, het huis is klaar. |
2) que ha alcanzado su etapa de desarrollo -
rijp Los tomates no están hechos, no los podemos recoger. - De tomaten zijn nog niet rijp, we kunnen ze niet oogsten. |
3) que está acostumbrada a algo o alguien -
gewend Están hechos a este clima. - Ze zijn gewend aan dit klimaat. |
4) que ya ha llegado al punto necesario de cocción -
gaar La empanada ya está hecha. - Het pasteitje is al gaar. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hecho (znw.) | het voorval ; het incident ; de gebeurtenis (v) ; het evenement |
el hecho (m) | het feit ; de daad (v) |
hecho | gemaakt ; volbracht ; vermoeid ; klaar ; geschapen ; gereed ; gegeven ; gedaan ; gecreëerd ; gaar ; bekend feit ; beëindigd ; af ; drinkrijp ; op dronk ; feitelijke kennis ; feit |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hecho`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: a puntoES: acabadoES: acontecimientoES: actoES: actualidadES: afectadoES: añejoES: artificiosoES: casoES: cocido