Vertaal
Naar andere talen: • hecho > DEhecho > ENhecho > FR
Vertalingen hecho ES>NL

hecho, -cha

bijv.naamw.
Uitspraak:  ['et∫o, -t∫a]

1) que está terminado - klaar
Ahora nos podemos mudar, ya está hecha la casa. - We kunnen nu gaan verhuizen, het huis is klaar.

2) que ha alcanzado su etapa de desarrollo - rijp
Los tomates no están hechos, no los podemos recoger. - De tomaten zijn nog niet rijp, we kunnen ze niet oogsten.

3) que está acostumbrada a algo o alguien - gewend
Están hechos a este clima. - Ze zijn gewend aan dit klimaat.

4) que ya ha llegado al punto necesario de cocción - gaar
La empanada ya está hecha. - Het pasteitje is al gaar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hecho (znw.)het voorval ; het incident ; de gebeurtenis (v) ; het evenement
el hecho (m) het feit ; de daad (v)
hecho gemaakt ; volbracht ; vermoeid ; klaar ; geschapen ; gereed ; gegeven ; gedaan ; gecreëerd ; gaar ; bekend feit ; beëindigd ; af ; drinkrijp ; op dronk ; feitelijke kennis ; feit
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `hecho`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: a punto
ES: acabado
ES: acontecimiento
ES: acto
ES: actualidad
ES: afectado
ES: añejo
ES: artificioso
ES: caso
ES: cocido