Vertaal
Naar andere talen: • gritar > DEgritar > ENgritar > FR
Vertalingen gritar ES>NL

I gritar

werkw.
Uitspraak:  [gɾi'taɾ]

hablar levantando la voz para expresar enojo o exaltación - schreeuwen
¡No grites! - Schreeuw niet zo!


II gritar

werkw.

1) regañar a alguien con enojo, por un mal comportamiento - uitschelden
Cuando llegamos de la fiesta, empezó a gritarnos porque ya era tarde. - Toen we van het feest thuiskwamen, begon hij ons uit te schelden omdat het al laat was.

2) vociferar un público en forma de protesta y disgusto - schreeuwen
El público comenzó a gritar porque no empezaba el espectáculo. - Het publiek begon te schreeuwen omdat de voorstelling niet begon.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gritar (ww.) krijsen (ww.) ; uitschreeuwen (ww.) ; uitroepen (ww.) ; uitkrijsen (ww.) ; uitjouwen (ww.) ; uitgillen (ww.) ; uitbrullen (ww.) ; toeroepen (ww.) ; schreeuwen (ww.) ; roepen (ww.) ; aanroepen (ww.) ; joelen (ww.) ; janken (ww.) ; huilen (ww.) ; het uitgillen (ww.) ; gillen (ww.) ; bulderen (ww.) ; brullen (ww.) ; blèren (ww.) ; blaffen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `gritar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alborotar
ES: amotinar
ES: aullar
ES: balar
ES: berrear
ES: bramar
ES: chillar
ES: chirriar
ES: clamar
ES: dar alaridos