Puzzelen
Puzzelwoordenboek
Cryptogrammen
Anagrammen
Puzzelhulp
Vertalen
Woorden vertalen
Voorbeeldzinnen
Tekst vertalen
Synoniem
Synoniemen
Antoniemen
Vervoegen
Meer
Dialectenwoordenboek
Rijmwoordenboek
Woordspelletjes
Anagrammen
Encyclo.nl
Woorden.org
MWB
Vertalen
gozar (ES>NL)
van NL
van EN
van DE
van FR
van ES
naar NL
naar EN
naar DE
naar FR
naar ES
Vertaal
Naar andere talen: •
gozar > DE
•
gozar > EN
•
gozar > FR
Vertalingen gozar ES>NL
gozar
werkw.
Uitspraak:
[
g
o
'
ɑu
a
ɾ]
1)
deleitarse y disfrutar con algo o alguien
-
genieten
Goza trabajando con los niños.
-
Hij geniet ervan om met de kinderen te werken.
2)
tener algo bueno o reconfortante
-
genieten
gozar de buena fama
-
genieten van een goede naam
© K Dictionaries Ltd.
Overige bronnen
gozar
(ww.)
aanstaan
(ww.)
;
amuseren
(ww.)
;
believen
(ww.)
;
genieten
(ww.)
;
genot hebben van
(ww.)
;
goeddunken
(ww.)
;
lekker eten
(ww.)
;
savoureren
(ww.)
;
smikkelen
(ww.)
;
smullen
(ww.)
gozar
genieten van
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `gozar`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES:
agradar
ES:
aprobar
ES:
aprovechar
ES:
comer con gusto
ES:
deleitarse
ES:
disfrutar
ES:
disfrutar comiendo
ES:
divertir
ES:
golosinear
ES:
gustar
Ook in de database
gozar de
Zojuist vertaald
ES>NL:
gozar
ES>NL:
mutua patronal
ES>NL:
impedimento estérico
ES>NL:
procreación artificial
ES>NL:
proceso Auger
ES>NL:
recordar
ES>NL:
incontinencia fecal
ES>NL:
sucedáneo del tabaco
ES>NL:
Pongo
ES>NL:
perfección
ES>NL:
compañía aérea
ES>NL:
ladrar
ES>NL:
lapicero
ES>NL:
secador